Taxatievragen

Taxatievragen

Elke taxateur loopt bij de uitoefening van zijn ambacht aan tegen tal van praktische vragen. De meer fundamentele vragen worden door het THI middels artikelen opgepakt zoals eerder beschreven. De meer operationele vragen, kunnen een plek vinden in deze rubriek. De lijst met vragen is dynamisch en zal geregeld worden herzien. Staat een vraag er niet tussen maar bent u van mening dat dit een veel voorkomende vraag is, stel deze gerust aan het THI.

Bij de waardering van de balans wordt de reële waarde bepaald. Als er sprake is van aan object dat exploitatie gebonden is en de roerende zaken onlosmakelijk met de exploitatie verbonden zijn, dan dient er geen correctie van de roerende zaken plaats te vinden. Wel is het nuttig om na te gaan of de aanwezige roerende zaken nodig zijn voor de exploitatie. Stel bijvoorbeeld dat een bedrijf erg ruim voorzien is van bijvoorbeeld rijdend materieel of gereedschappen, dan zou daar een correctie voor dienen plaats te vinden.


De beschouwingsperiode wordt bepaald door hoe de markt naar het object kijkt. De taxateur zou moeten kijken naar de factoren als de levensduur, de beleggingshorizon e.d. Bij een technische levensduur van 6 jaar is het logisch om ook die beschouwingsperiode te hanteren.


Ja, de bank mag dat wel vragen maar gaat gepaard met veel praktische belemmeringen, je begint met de marktwaarde en dan definieer je een waarde onder bijzonder uitgangspunt wat als het object onder dwang wordt geveild. Referenties zijn lastig.


Ja, is ook één van de comparabels.


Nee, dat mag niet. Een taxateur geeft een marktwaarde af (puntwaarde), per waardepeildatum. De peildatum is het heden of in het verleden. Een toekomstige waarde kan men niet afgeven omdat de omstandigheden waaronder de waarde wordt bepaald nog onbekend zijn. De taxateur kan onmogelijk de toekomstige marktomstandigheden kennen. Misschien bestaat het object dan niet eens meer. De taxateur neemt in de waardering wel de toekomstverwachtingen mee (risicoanalyse) en prijst deze in per waardepeildatum. Toekomstige (vermoedelijke) gebeurtenissen na de waardepeildatum en rapportdatum die bekend zijn bij de taxateur, kunnen in overleg met de opdrachtgever worden meegenomen in de waardering. Dit kan door middel van het hanteren van uitgangspunten en/of bijzondere uitgangspunten. Deze (bijzondere) uitgangspunten moeten wel realistisch zijn.


Kan ik in dit verband iets met 3 scenario's? Wat is Monte Carlo? In specifieke gevallen, bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkelingen, kan men in plaats van een marktwaardetaxatie (puntwaarde) één of meerdere scenarioanalyses opmaken. Wanneer duidelijk wordt vermeld dat deze niet onder de professionele taxatie dienst valt dan is dat toegestaan. Vermijd de woorden en definitie van marktwaarde. Wanneer er meerdere scenario's worden gemaakt creëert men een bandbreedte van mogelijke opbrengsten voor de opdrachtgever.

Monte Carlo is afgeleid van het casino in Monte Carlo. Het heeft echter niets met gokken te maken maar met simulatie. Het is een computersimulatie techniek. De Monte-Carlosimulatie is een simulatietechniek waarbij een fysiek proces niet één keer maar vele malen wordt gesimuleerd, elke keer onder andere condities. Het resultaat van deze verzameling simulaties is een verdelingsfunctie die het hele gebied van mogelijke uitkomsten weergeeft. Daaruit zou je één of meerdere scenario's kunnen kiezen. Deze methode wordt veel gebruikt in de wetenschap waarbij onzekerheden een belangrijke rol spelen. Ook voor economische berekeningen maakt men gebruik van deze techniek. Deze techniek kan men alleen toepassen met behulp van computers omdat het veel rekenkracht vraagt wat vele malen herhaald moet worden met nieuwe variabelen om enige mate van betrouwbaarheid te creëren.


De Highest en Best Use wordt ook bepaald door de gebruiksmogelijkheden binnen het bestemmingsplan. De wijziging van een bestemmingsplan is een bijzonder uitgangspunt. De wijziging van het bestemmingsplan is onzeker en daar moet terughoudend mee om gegaan worden bij de vaststelling van de Highest en Best Use-analyse.


Volgens IVS is er geen sprake van een afzonderlijke waardegrondslag maar een beschrijving van de situatie waarin de transactie plaatsvindt. De opbrengst bij gedwongen verkoop kan niet realistisch worden ingeschat zonder dat de aard en de reden van de beperkingen voor de verkoper bekend zijn.

Gezien de voorwaarden waaraan conform IVS voldaan moet worden is de waardepremisse-gedwongen verkoop geen legitimatie van de "executiewaarde" aangezien aangenomen wordt dat zowel koper als verkoper met "kennis van zaken" handelen; vaak is er nauwelijks informatie bij de koper bekend. Verder is de verkoper weliswaar gedwongen te verkopen maar is hij niet degene die over de verkoop beslist. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de geldverstrekker.